De Aziaten kwamen al heel lang geleden naar de Oost-Afrikaanse Kust – nog voor de witte Europeanen! Er is een rijke geschiedenis over Aziaten en Afrika, wij leggen het je graag kort en beknopt uit.
Het ontstaan van de Swahili cultuur
De blik van de Afrikaanse kustbewoners was altijd gericht op de buitenwereld, voorbij de horizon in zee. Met de binnenlanden onderhielden ze nauwelijks banden. Sinds honderden jaren kwamen Arabische, Perzische en Aziatische handelaren in hun zeilschepen op de moessonwinden aanwaaien, om enkele maanden later met handelswaar te vertrekken. Ze vonden er een onuitputtelijke schat aan kaneel, wierookhars en mirre. Aziatische parfum makers telden grote sommen geld neer voor kleine hoeveelheden van het welriekende ambergrijs dat gestrande walvissen uitbraakten. Een zeilschip kon in die tijd 80 ton vervoeren. Voldoende om elke kamer mee te meubileren in het paleis van een Indische grootvorst, en ook genoeg om bij een dozijn sultans de geslachtsdrift opwekkende neushoornhoorn af te leveren.
Sinds ongeveer duizend jaar geleden mengen Arabieren zich met Afrikanen, waaruit het mengras de Swahili voortkwamen. Maar ook de witten (Portugezen) en Aziaten (Chinezen) deden de toenmalige bloeicentra Lamu en andere eilanden aan, en lieten delen van hun DNA in de genen van de bewoners achter. De geschiedenis gaf de kustreken een unieke mengeling van rassen en stammen.
De relatie tussen Kenia en China
Op het treinstation bij Miritini, niet ver van Mombasastad, staat een bronzen standbeeld van de Chinese ontdekkingsreiziger Zheng He, die in de vijftiende eeuw naar de Keniaanse kust reisde. Een van de schepen van zijn machtige armada leed schipbreuk en de bemanning zwom naar het eilandje Pate, dat onderdeel uitmaakt van de Lamu-archipel. Het standbeeld van He in Miritini werd gemaakt in China, met Chinese materialen, door Chinese kunstenaars. En daar wringt het in de relatie tussen Kenia en China, of in breder verband tussen China en Afrika: het Afrikaanse deel van de groeiende samenwerking met China is veel te klein. Dit steekt menig Afrikaan, en die discrepantie verzuurt de verhouding.
Koert Lindijer, Afrika-correspondent voor NRC, nrc.next en NOS Radio. Foto door Andy Troy.
"Een Aziaat vraagt je nooit: Hoe gaat het? Het is altijd: Hoe staat het met de zaken?"
Kenia was laat in het omarmen van China. Veertig jaar geleden waren de relaties met China gebaseerd op ideologie. De Chinezen bouwden dus een spoorlijn in het socialistische Tanzania, om zo de staten rond het racistische Zuid-Afrika een uitweg te geven naar zee voor hun goederen. Aan de door China aangelegde spoorlijn van Mombasa naar Nairobi zit niet zo’n ideologisch label, maar wel een stevig prijskaartje. Het gaat Kenia nog zeker tien jaar kosten om de 3,8 miljard dollar kostende spoorweg af te betalen en daarom wordt het management tot die tijd gedaan door Chinezen, naast de Kenianen.
Ben je nieuwsgierig naar onze bestemmingen?
Groeiende spanningen
Dat steekt de Kenianen. Waarom zetten de Chinezen altijd zo sterk hun stempel op hun projecten en nemen ze onze arbeidsplaatsen in, vragen ze zich af. “Kenya Airways vloog onlangs voor het eerst met veel fanfare naar New York”, vertelde Joseph Kamau me onlangs, een handelaar in Nairobi. “De piloot en de hele bemanning waren Keniaans. Waarom zijn de machinisten op de trein dan Chinezen?”
Ik ontmoette Joseph Kamau in Nairobi op de Lithuli Avenue, waar hij een shop runt met computerspullen. Al zijn waar komt uit China. Met de Chinese investeringen kwamen honderdduizenden Chinezen naar Afrika. In de stadjes langs het spoor staan gele gebouwen en erven, waar de Chinese arbeiders zich afsluiten. Van deze contractarbeiders zien de Kenianen weinig, zij wonen gescheiden op eigen erven en laten zich nauwelijks zien. De privé Chinezen die handel kwamen drijven zijn echter voor menig Keniaan een doorn in het oog. “Een Chinees vraagt je nooit: ‘Hoe gaat het?’ Het is altijd: ‘Hoe staat het met de zaken?’ Ze nodigen je nooit uit voor een kop thee, ze stellen zich nooit sociaal op. Zodra ze een Afrikaan zien zeggen ze: ‘Koop van me, koop, koop.’”
Zuiver een zakenrelatie dus: niet uit liefde, maar om het geld. Daar is verder niets op tegen, zo zit de (kapitalistische) wereld tegenwoordig nou eenmaal in elkaar.
Toenemende schuldenlast
Het betekent wel dat de Afrikaanse landen op hun hoede moeten zijn. Want de schulden van Afrikaanse landen zijn de afgelopen tien jaar dramatische gestegen en hoewel hiervan slechts een deel aan China behoort, rijst de vraag of zo’n schuldenlast houdbaar is. Ja, zegt de Keniaanse president Uhuru Kenyatta. Zijn gedachte is: Kenia maakt een grote industriële sprong voorwaarts, en daarvoor is geleend geld nodig. De spoorweg en andere infrastructurele projecten zullen zichzelf terugbetalen. Dat kan nog jaren duren en Kenia is economisch in de gevarenzone geraakt door de snel stijgende schuldenlast aan China. Die bedraagt tien miljard dollar. Na Angola en Ethiopië staat Kenia in Afrika het meest in het krijt bij China.
De Chinese “invasie van Afrika sinds de eeuwwisseling” raakt een gevoelige snaar in het witte Westen. “Nieuw kolonialisme en imperialisme”, waarschuwen commentatoren en politici. Ook in Afrika zelf hoor je steeds meer van dit soort geluiden. Misschien. Maar Westerse kriek op ontwikkelingen in Afrika klinken tegenwoordig in toenemende mate hol. Want van alle buitenstaanders die door de eeuwen heen aan de Afrikaanse kusten kwamen aanwaaiden, oefenden de witten de langstdurende en vermoedelijk de meest rampzalige invloed uit. Westerse bescheidenheid lijkt me hier op zijn plaats. Intussen neemt met de dramatische Chinese toename van invloed, de witte invloed op Afrika dramatisch af. En nu dan, vraagt men zich af.