Blog/Travelstory

Travel story – Ronald op expeditie in West-Kenia

Wie denkt aan Kenia, denkt aan safari en strand. Maar deze travel story van Ronald bewijst dat het echte avontuur juist in het wilde westen ligt. Van Eburru tot Lake Victoria, van boda boda’s tot leeuwenparades: lees hier zijn avontuur.

Charlie's Travels | Travel Stories | Travel story – Ronald op expeditie in West-Kenia
Iedereen kent de highlights van Kenia: de Masai Mara, safari’s, witte stranden… Maar ik wilde eens kijken wat er gebeurt als je níet rechtsaf slaat naar de bekende hotspots. Samen met een bont gezelschap mede pioniers ging ik met Charlie’s Travels richting het westen, een regio waar weinig reizigers komen en waar de avonturen niet netjes verpakt zijn.

De start is in Nairobi, waar onze Gladys (een van Charlie’s Angels) al klaar staat met twee robuuste 4x4’s. Door mijn ervaringen uit het verleden wat betreft het links rijden vond de groep het een goed idee dat ik achter het stuur ging zitten. Ome agent vond dit een minder goed plan, want nog in de parkeergarage werden we al stilgezet omdat we de rijbaan zouden blokkeren. Drie keer excuses was dit keer voldoende.. en door! Binnen vijf minuten zaten we gelijk in het soort verkeer dat zelfs een doorgewinterde Amsterdammer doet laten zweten, laat staan een nuchtere Zeeuw! Na een korte tussenstop, een gemiste afslag (wat hier toch vrij lastig is), 4 zebra’s, een struisvogel en 12 bavianen later kwamen we op het eerste onverharde pad terecht. En wat voor eentje… heel gaaf! 

Eburru Summit: natte voeten, volle maag

Na een half uurtje zijn we aangekomen bij onze eerste accommodatie: Earth Camp op de Eburru Summit. Wat een prachtig uitzicht op de Rift Valley. Vanaf het terras kijk je uit over een landschap dat lijkt te zijn bedacht door iemand die geen genoeg kan krijgen van de kleur groen. Er was echter weinig tijd om te genieten. Snel de spullen droppen en jezelf klaarmaken voor een wandeling richting de lunchplek, want er zou onweer aankomen. En dat klopte, halverwege tijdens de wandeling kwam de hemel naar beneden. Doorweekt maar vrolijk schoven we aan bij een lokale familie die ons verwelkomde alsof we familie waren. Ze zette een feestmaal neer op tafel waar oma’s liefde vanaf droop. De terugweg was gelukkig droger en daarna konden we eindelijk tot rust komen in de ‘lounge’. Dinertje en slapen maar; iedereen is gesloopt! Een groep mensen, zowel mannen als vrouwen, staan dicht bij elkaar buiten voor weelderig groen gebladerte en glimlachen voor de camera. Een man met een pet staat op de voorgrond en neemt de groepsselfie.

Lake Baringo: stijgend water en miljoenpoten

Een goede nacht slaap doet wonderen. Om 08.00 uur zaten we alweer in de auto richting Lake Baringo, een rit van vier uur dwars door de indrukwekkende Rift Valley: een vallei naast een kilometerslange klif, ontstaan door een oude vulkaanuitbarsting. Prima ritje, al zeg ik het zelf. Eenmaal bij het meer aangekomen, kregen we direct een reality check. Klimaatverandering is hier geen abstract begrip, maar keiharde realiteit. Door verschillende oorzaken stijgt het waterpeil razendsnel. Dorpjes verdwijnen letterlijk in het meer: hele huizen, bomen, elektriciteitspalen, alles half onder water. Een bijzonder, bijna surrealistisch gezicht.Na een kort boottochtje kwamen we aan bij ons verblijf: Tamalok Lodge, boven op een klein eilandje. Nieuw, lokaal opgezet, nog half in aanbouw, maar wat een plek! Knusse huisjes, prachtig uitzicht en eindelijk weer licht (na gisteren niet onbelangrijk). Tegen de tijd dat we gesetteld en geluncht hadden, was het al drie uur. De rest van de dag rustig aan gedaan: we spotten vogels, duizenden miljoenpoten en... een schorpioen die even langs wipte tijdens het laatste drankje. Flashback naar Ecuador: check. Een persoon in een kleine, ronde boot op kalm water controleert een visnet, terwijl een donkere vogel op de rand van de boot staat. De achtergrond is mistig met een vage omtrek van heuvels in de verte.

De volgende ochtend weer het water op. Tussen ondergelopen dorpen en eilandjes door voeren we naar een natuurpark zonder roofdieren, ideaal voor mij. We zagen nijlpaarden, struisvogels, zebra’s, giraffes en bavianen. En als toetje een fish eagle die voor onze neus een vis uit het water plukte. Terug bij de lodge werd er een geïmproviseerde poolparty georganiseerd: weinig drank, nauwelijks muziek, maar een uitzicht om stil van te worden. Een plotselinge storm maakte het plaatje compleet. Daarna heerlijk gegeten waardoor we voldaan naar bed kunnen. Op naar het volgende avontuur!

Kerio Valley: Home of the Champions (waar wij niet bijhoren)

Vandaag een relatief kort ritje van zo’n drie uur. Na het ontbijt stapten we rond 09.00 uur op de boot terug naar het vasteland, waarna we verder reden door de Rift Valley richting Kerio Valley. De route ging via een bergpas met waanzinnige uitzichten over beide valleien. Hoe verder we kwamen, hoe rustiger en mooier het werd. Afrika blijft gewoon adembenemend. Onze accommodatie is een plaatje: goed eten, een fantastisch uitzicht en een bijzonder verhaal. Onze accommodatie is gebouwd door een Belgische pionier die er zes jaar over deed. Gezien de hellingen snap ik waarom. We zitten vlak bij Iten, beter bekend als Home of the Champions. Door de hoogte (2400 meter) en het enorme aantal lokale loop talenten is dit dé plek voor duursporters. Olympiërs van over de hele wereld komen hier trainen. Mijn eigen korfbalcarrière was al voorbij voordat hij begon, en ik verwacht niet dat mijn verblijf hier me opeens padel-kampioen maakt, maar toch leuk om hier te zijn. Een grote boom staat op een grasheuvel bij zonsondergang, de zon schijnt door de takken. De lucht is helder en het landschap beneden vervaagt in de verte. Silhouetten van planten en een persoon zijn zichtbaar op de voorgrond.

Ons topsportgehalte ligt ietsje lager dan gemiddelde inwoner hier. In de middag maakten we een korte wandeling rond het hotel. Dit bleek wat klimmen, klauteren en puffen, maar hé, geduld is één van mijn sterke kanten. Een prima warming-up voor morgen! De volgende dag stond een hike naar een waterval op de planning. De groep werd gesplitst: de ‘snelle’ gingen met de zoon van de Belgische eigenaar op pad via de pittige route. De anderen volgden later met een van de medewerkers. Een prachtige tocht door tropisch bos, uitzicht over de vallei, een paar rivierdoorsteken, en wat Blue Monkeys. Na de afdaling komen we bij de onderkant van de waterval terecht met een heerlijke douche als gevolg. Na de wandeling zijn we voor het laatste stukje achterop enkele boda boda’s (motor taxi’s) gesprongen. Een leuke afsluiter. In de avond nog even genoten van zon, het uitzicht en het eten. En blijkbaar vinden ze me hier best een leuke vent, afgaand op het flinke aantal fotoverzoeken dat ik hier krijg.

Kakamega: Max Verstappen, pottenbakken en tropische bossen

Ruim voor de ontbijt deadline van 07.00 uur sta ik - ja, echt - bovenop de klif om de zonsopkomst in de Kerio Valley te bekijken. Geen wereldwonder, maar een prima begin van de dag. Vandaag een reisdag. Na de drukte rond Eldoret wordt het snel rustiger en tuffen we in vier uurtjes naar Kakamega. We starten met een stadstour op boda boda’s, Afrikaanse brommers die hier overal rondscheuren. Het mooie aan deze reis is dat de locaties en activiteiten nog vrij ongepolijst zijn. In plaats van dat de brommers en drivers vooraf zijn geregeld, worden de eerste 10 kerels die langs komen rijden van de weg geplukt om onze tour te doen. Ach, het werkt! De tour was best geinig. Zo viel het op dat precies tegenover het ziekenhuis een stuk of 10 ondernemers in golfplaten hutjes hun handgemaakte grafkisten aan het verkopen zijn. Het vertrouwen in de medische zorg is hier erg groot…

Na een wandeling door het park en de lokale markt, gingen we lunchen in iemands achtertuin. Dit betekent dus lokaal eten, en geen toerist te bekennen. Daar kreeg ik van de man des huizes te horen dat ik op Max Verstappen lijk, “maar dan iets knapper”. Mocht je ooit een zaak willen beginnen in Kenia: dan zou ik een brillenzaak in Kakamega starten. De contactpersoon in Kakamega raadt ons aan om nog even langs de Crying Rock te gaan. Dit zijn een stel rotsblokken in een prachtig landschap. Waarom ze precies zo heten, ontgaat me, want het was een complete chaos. Zodra we uitstappen, liep het hele dorp uit en binnen vijf minuten stonden we met zeker vijftig mensen om ons heen. Iedereen liep enthousiast met ons mee door de smalle paadjes tussen de rotsen. En blijkbaar past het lokale schoonheidsideaal mij hier vrij goed, afgaande op de volgende vijftien foto verzoeken die ik hier ontving. Voelde ik me toch nog een soort Max Verstappen. Een groep mensen loopt over een onverhard pad door groene vegetatie naar een grote, overhangende rotsformatie onder een bewolkte hemel, met hoge bomen op de achtergrond.

Onze accommodatie (Isecheno Blue Shouldered Guesthouse) lag aan de rand van het tropisch regenwoud en is eenvoudig, maar enorm sfeervol. Het eten dat op vuur werd bereid was fantastisch en de geluiden om ons heen, inclusief de stortbuien, waren indrukwekkend. De volgende dag stond in het teken van het tropische bos. Om vijf uur vertrokken we voor een wandeling naar een heuveltop om de zon hier te zien opkomen en het bos te horen ontwaken. Na een kort rondje door het woud en een stevig ontbijt doken we opnieuw het bos in, dit keer met meer focus op de natuur zelf. Een leuke tocht, al kun je dit echt niet vergelijken met een jungle. Toch blijft het bijzonder om verschillende apen, vleermuizen en kleurrijke vogels van zo dichtbij te zien.

Aan het eind van de middag stond pottenbakken op het programma. Nu is het bekend dat ik op creatief vlak weinig potten kan breken, maar het bleek verrassend leuk. De pottenbakker had volgens mij nooit eerder een groep toeristen in zijn zaak gehad en had slechts één draaitafel beschikbaar, maar zijn werk was schitterend. Zelf vond ik een pot wat saai, dus begon ik vol enthousiasme aan een T-rex die uiteindelijk leek op een krokodil. Wat nou, niet creatief?! Al snel raakte ik fanatiek bezig, en het bleek een verrassend leuke en gezellige activiteit. Een man zit in een werkplaats klei te vormen op een pottenbakkersschijf, omringd door voltooide potten en vazen. Planken en tafels tonen meer aardewerk en gereedschap in de rustieke, aardse ruimte.

Mfangano & Rusinga Island: eilandhoppen zonder strandstoel

Eilandhoppen… voor sommigen een droom, voor mij eerder een nachtmerrie. Het idee om twee dagen lang op een strandstoel te liggen…  zucht. Even vergeten dat we midden in Afrika zitten: wel eilanden, geen stranden. En met Bilharzia in het water van Lake Victoria (het op één na grootste meer ter wereld) is zwemmen ook niet bepaald aan te raden. Ik heb dit meer al eens eerder mogen aanschouwen, maar toen vanuit Oeganda. Grappig om te slapen op slechts 3 uur rijden van ons eerste verblijf in 2022. 

Vanaf het tropische bos rijden we naar de ferry richting Rusinga Island, die volgens de planning om 13.30 uur vertrekt. Alles chill, totdat Gladys ontdekt dat de vertrektijd is gewijzigd naar 11.00 uur. Onze verwachte aankomsttijd? 11.03. Kortom; Gas erop! Al slalommend tussen de potholes bereiken we de haven om 10.58 uur, nice. Maar uiteraard heeft de ferry een half uur vertraging. Welkom in Afrika. De overtocht is een belevenis op zich. Vergeet de veerboten van Nederland of Tenerife: dit is puur, vol locals, kippen en gezelligheid. Op het eerste eiland ontmoeten we Rakesh, de enthousiaste contactpersoon, die ons meeneemt voor een luxe lunch aan het meer. Na een paar uur ontspanning stappen we op een volgende ferry op weg naar Mfangano Island. En wow, dat is even wat anders: basic, rustig en een soort van knus. We springen achterop willekeurige boda boda’s en racen als een stel Hells Angels naar ons verblijf. Het is een homestay, dus we slapen letterlijk bij mensen thuis. De mannen in het huis van broer één, en de dames verbleven bij broer twee. Eten doe je met de hand, in de tuin, tussen koeien en honden. Echt even onderdeel van het dagelijks leven hier. Bijzonder om mee te maken. Drie mensen glimlachen terwijl ze in een kleine houten boot op een meer zitten met heuvels in de verte en een gedeeltelijk bewolkte lucht op de achtergrond. De voorste persoon neemt een selfie en één persoon maakt een vredesteken.

De volgende morgen maakten we een rondrit over het eiland. Op deze trip geen spectaculaire highlights of activiteiten, wel pure ‘localness’. We komen geen andere toerist tegen en alles is hier een beetje “houtje-touwtje” geregeld, maar juist dat maakt het mooi. De grot waar we naartoe reden stelde eerlijk gezegd weinig voor, maar de rit ernaartoe was gaaf.

Na het afscheid nemen van de familie vaarden we terug naar Rakesh’ huis, waar we de tweede nacht doorbrachten. Een heerlijk plekje aan het meer, vol vogels en uitzicht op vissersboten. Zelf stapte ik samen met Gladys nog in de kano van één van deze vissers om de zonsondergang op het meer door te brengen. Ik kon het goed vinden met Rakesh en eerder had hij voorgesteld om naar een lokale pub te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. We stapten met z’n allen in twee auto’s, klaar om de Afrikaanse nacht in te vliegen! We waren enkel even vergeten dat het dinsdag was en er dus geen kip te zien was. Nou liep die er toevallig wel rond, maar goed. Uiteindelijk een paar drankjes gedaan en toch de dansvloer nog even aangetikt. 

Naibosho Conservancy: Kamperen in de leeuwenhemel

Safari land incoming! We vertrokken vroeg, en na een lange rit, kwamen we halverwege de middag aan bij de gate van deze conservancy. Nadat we in de open landcruisers waren gestapt, spotte we de eerste dieren al onderweg. Het kamp bleek daarnaast geweldig: simpele tenten midden in de natuur, maar wel lekker eten en een écht bush gevoel. Na de lunch direct op pad voor een evening drive.

Na een kort rondje langs onder andere een uil (first time for me!), buffels, nijlpaarden, gieren en een stel dik-diks stuitten we op twee leeuwen. Voor sommigen in de groep is het de eerste keer dat ze deze dieren in het wild zagen, pure euforie dus. Voor mij een prachtig gezicht, maar eerlijk is eerlijk: de verwende Ronald heeft al spectaculairdere momenten meegemaakt. Maar toen… na een paar zachte grommen van de leeuwin veranderde alles. Uit de bosjes verscheen een jonge leeuw, gevolgd door nog eentje. En nog één. En nog één. Uiteindelijk telden we achttien (!) leeuwen die langzaam richting een waterpoel liepen om te drinken. We kwamen ogen tekort en wisten niet waar we moesten kijken; dit beeld was ronduit ongelooflijk. Een troep leeuwen, waaronder volwassenen en jongen, verzamelt zich dicht bij elkaar aan de rand van een met gras begroeide drinkplaats, drinkend en staand op een stukje droog, geel gras.

Na zo’n twintig minuten lieten we de troep achter ons en stapten we iets verderop de open vlakte op om te proosten met een biertje en wat hapjes. Als ik na een paar slokken mijn verrekijker weer oppak, zie ik op nog geen honderd meter afstand twee leeuwinnen rustig langs de bosrand lopen. Op dat moment, met beide voeten op de grond, voel je pas echt hoe indrukwekkend de natuur hier is.

’s Avonds, terwijl we bij het kampvuur zaten, kregen we bezoek van een paar hyena’s en jakhalzen. Bizar om te zien hoe scherp de bewakers zijn in het donker. Ze leken feilloos aan te voelen wat er om ons heen gebeurde en wisten met gemak hun zaklamp precies op de bezoekende dieren te schijnen.

De volgende ochtend vertrokken we voor een wandelsafari. Ik weet niet of jullie het nummer Fields of Gold van Sting kennen (luistertip!), maar het leek wel alsof dat speciaal voor dit moment geschreven is. We liepen door een adembenemend landschap van glooiende heuvels, goudgekleurd gras en acaciabomen. Op de plek waar we drie minuten eerder nog stonden, zagen we nu buffels grazen. In de verte verschenen de eerste olifanten, en even later wandelden we letterlijk tussen honderden gnoes. We zien van dichtbij diverse gazellen, zebra’s en pumba’s. Een heerlijke wandeling waarmee we echt opgaan in de omgeving, echt kicken! Na het ontbijt hadden we een paar uur rust in het kamp. Terwijl de rest van de groep met hun spullen bezig was, besloot ik een wandeling te maken met Amos, een jonge medewerker die toerisme had gestudeerd en voor zijn eerste baan werkte, op drie uur van zijn huis. Even later sloten James (de beveiliger) en Johnson (van de bediening) aan. In de schaduw, net buiten het kamp, ontstond een mooi en open gesprek van anderhalf uur, met oprechte interesse van beide kanten. Voor mij één van de hoogtepunten van deze reis. 

Aan het eind van het gesprek spraken de mannen hun waardering uit. Iets wat me eerst een beetje verbaasde, tot ze uitlegden dat ze zulke gesprekken zelden hadden. Er wordt vaak een beetje afstand tussen toeristen en personeel gevoeld, gaven ze aan. Dus: kleine tip voor als je ooit in een lokaal safarikamp verblijft: maak eens een praatje met de mensen achter de schermen. Ze waarderen het enorm. Een groep mensen staat in een grasrijke savanne en observeert een kudde dieren in de verte onder een strakblauwe hemel. Sommigen dragen hoeden en rugzakken, en enkelen hebben gidsen in traditionele kleding en uniformen. Eén persoon neemt een foto.

De avond drive en de laatste ochtend drive waren prima. We zagen, voor mij persoonlijk, weinig nieuwe dingen. Hoort er ook bij, het blijft de natuur en die laat zich niet regisseren. En eigenlijk mocht ik ook niet klagen met een stuk of 20 leeuwenwelpen, een leeuw die een groep zebra’s stalkte en een mislukte aanval van 6 leeuwen op een giraffe. I know, ik ben verwend. 

Tijdens het afscheid zagen we flink wat tranen bij Amos. Fijn om te beseffen dat deze dagen ook voor hem een unieke ervaring waren geweest. 

Narok: Homestay, poncho’s en een onverwachte pub

Onderweg naar onze volgende bestemming maakten we nog een extra rondje door het park. We moeten namelijk een nieuw, luxer kamp gaan bekijken dat Charlie's Travels mogelijk ook wilt gaan aanbieden. Het uitzicht over de vlakte is prachtig, de dag ervoor heeft er een luipaard in het kamp geslapen en een krokodil heeft daar een impala te pakken gekregen. Voor mij blijft een bezoek aan dit kamp voorlopig nog een droom, tenzij Gaston van de postcodeloterij een keer bij mij langskomt.

Na wat souvenirs reden we nog een uurtje door naar Narok, waar we weer in een homestay verbleven. Bij aankomst bleek deze minder basic dan gedacht; de hutjes waren prima in orde en de bar was erg gezellig. De enige geplande activiteit van deze dag was het slachten van een geit, die direct ons diner werd. Ik heb even gekeken, maar eerlijk… ik zou dit toch niet kunnen. Alles van het dier werd gebruikt, maar over de smaak viel te twisten… Rond 23.00 uur ontdekten we dat een deel van onze gekochte souvenirs, enkele Masai poncho’s, niet conform afspraak waren afgeleverd bij de homestay. Blijkbaar was er een “vergeetachtige” driver geweest die de pakketten mee naar huis heeft genomen. Met 56,6 miljoen mensen in Kenia heeft de souvenir shop weer net de verkeerde uitgekozen… Conclusie: we moesten de poncho’s ophalen in een dorp op zo’n twintig minuten van het verblijf. Gelukkig hadden mijn Belgische leeftijdsgenoten minder (lees: niets), gedronken dan ik en samen met Gladys reden we door het donkere Afrikaanse landschap naar de tassen. Klinkt als een prima plan. Eenmaal aangekomen stond de vergeten driver op een nogal dubieuze plek te wachten. Binnen anderhalve seconde grijpt Gladys de tassen uit zijn handen en onze chauffeur duwt het gaspedaal stevig tegen het metaal. Mission completed! Op de terugweg stopten we bij een pub die er goed uitzag. We werden enthousiast ontvangen en de sfeer zat er meteen goed in. Iedereen danste en het hoogtepunt was het eerbetoon aan de pas overleden oud-oppositieleider. Erg bijzonder om dat zo mee te maken. Na wat drankjes en een proost op mijn verjaardag reden we terug naar de homestay. Over vier uur staat de rit naar Nairobi gepland.  Drie mannen lachen en poseren voor een selfie in een open graslandschap met bomen. Eén man draagt traditionele Maasai kleding, terwijl de anderen casual shirts dragen. Twee van hen maken vredestekens met hun handen onder een bewolkte hemel.

Nairobi: chaos, souvenirs en tuktuk’s

We verlieten onze accommodatie erg vroeg, omdat Gladys naar de diplomering van haar dochter mocht. Onze auto was versierd met ballonnen en vlaggetjes, want… jarig! Lief, ik probeerde enthousiast te reageren terwijl ik eigenlijk een klein katertje had na slechts drie uur slaap. Naja, het einde van de reis was in zicht. In Nairobi bezochten we kort Gladys haar appartement en leverden we de auto’s in, die inmiddels 218 krassen rijker waren geworden door de avontuurlijke rit naar Earth Camp. De borg kregen we niet terug, maar het was het avontuur waard. In de middag maakten we een kort ritje door de stad: uitzichtpunt, souvenirmarkt… en chaos. Tien kilometer duurde 50 minuten door het weekendverkeer, en afdingen op de markt is duidelijk niet mijn sterkste punt. Voor €12,- gaat er een magneet mee naar huis. Lekker bezig weer. Laten we zeggen dat ik de lokale community heb geholpen.

’s Avonds staat er een kroegentocht met tuktuk’s op het programma: chaos 2.0. De chauffeurs scheurden overal tussendoor, pakten elk gat in de weg mee, maar het was een waanzinnige ervaring. De eerste stop was een tof biercafé met lekker eten, de tweede een bar met live muziek. Daarna ging het kaarsje langzaam uit bij de meesten. Niet onlogisch met een gemiddelde slaap van 4,5 uur over de afgelopen vijf nachten. Rond 00.30 uur kwamen we terug bij ons hotel en namen we afscheid van Gladys. De trip zit erop!

Bekijk andere reisverhalen

Travel Stories Travel story – Ronald op expeditie in West-Kenia
Travel story – Ronald op expeditie in West-Kenia
Wie denkt aan Kenia, denkt aan safari en strand. Maar deze travel story van Ronald bewijst dat het echte avontuur juist in het wilde westen ligt. Van Eburru tot Lake Victoria, van boda boda’s tot leeuwenparades: lees hier zijn avontuur.
Travel Stories Travel story – Vogelen in Malawi
Travel story – Vogelen in Malawi
Blog Combineer Kenia en Tanzania
Combineer Kenia en Tanzania
Travel Stories Travelstory – Eva op pioniersreis in Malawi
Travelstory – Eva op pioniersreis in Malawi
Blog De basics voor reizen door Angola
De basics voor reizen door Angola