Op 2000 meter hoogte zijn de omstandigheden hier ideaal voor hardlopen en dus ook voor het lopen van een marathon. De kampioenen die wereldwijd telkens weer de als eerste de eindstreep passeren hebben hier getraind. Hardlopers van over de hele wereld komen naar de primitieve renbaan, in de hoop de Keniaanse tred onder de knie te krijgen.
Een Vlaams vleugje snelheid
Jean Paul, een Vlaamse aannemer, en parttime hardloopmanager, arriveerde 20 jaar geleden in Kenia. De accommodaties waren niet om over naar huis te schrijven en met alle internationale atleten zag hij vraag naar Westerse standaarden. Het kleine sport oord genaamd Kerio View hotel, wat aandoet als een wintersporthotel, zit als een van de weinige hotels in Kenia meestal volgeboekt.
Tien jaar geleden werd ontdekt dat de thermiek in de Kerio vallei gedurende januari perfect is om te paragliden. Jean Paul noemt het een “klein wonderke”. Een klein wonderke voor zijn portemonnee, ja. Het is hem gegund. Hij heeft een mooi hotel met een goede sfeer weten neer te zetten. Om de twee maanden komt hij zes weken op en neer om de boel weer recht te trekken. Je kunt nog zo’n goede manager hebben maar feit blijft dat het toch lastig is om op afstand de tent te runnen. Je moet er helaas bovenop zitten.
Kalenjins
Keniaanse hardlopers komen met grote passen en het grootste gemak als gazellen voorbij gesprongen. Niet verbazingwekkend, de vijf kerels die ik spreek allemaal
Kalenjin, een stam uit het Keniaanse gedeelte van de Great Rift Valley. Rennen zit hen in het bloed. De reden voor hun goede hardloopgestel is volgens één van de mannen dat zijn verre voorouders geen veehouders, maar jagers waren. Jagers die zonder pijl en boog, maar met een ijzersterke conditie, rennend hun prooi moesten vangen. Het dier werd gevangen nadat ze uren achtereen werden gelopen door deze jagers, en van vermoeidheid in elkaar zakten. Keel door, vlees in de pot, eet smakelijk!
Kip Keino
In 2000 is er een onderzoek naar de hardlopers gedaan, en daar was nogal wat over te doen. Het debat dat hierop volgde werd vooral gevoerd over het feit dat Oost-Afrikanen een sport domineerden die lange tijd een Westerse trots is geweest. “In deze wereld is er niets, tenzij je hard werkt om ergens te komen, dus ik denk dat rennen mentaal is,” zei de Keniaan Kip Keino, die eerder Olympisch Goud behaalde. Hij deed het onderzoek af als racistisch. Niet zonder reden: de onderzoekers schreven over de ‘zwarte snelheidsgenen’ en vroegen zich af of Kenianen niet een oneerlijke voorsprong hadden bij het lopen van een marathon.
Goede Atleten
Meer over dit vraagstuk kun je lezen in dit stuk van
The Atlantic, waarin wordt gesteld dat de Kenianen die marathons winnen bovenal gewoon goede atleten zijn. “Larry Bird en Michael Jordan zijn lang, maar dat betekent niet dat ze vooral extreem goede atleten zijn,” stelt de schrijver van dat stuk. “De genetisch bepaalde, afwijkende vorm van de borstkas van Michael Phelps zorgt ervoor dat hij iets sneller kan zwemmen, maar je kunt niet trainen voor langere armen”. Toch wordt er ook niet ontkent dat de Kalenjin sneller kunnen lopen door hun genen, het is door kolonisatie en de geschiedenis van het fysiek uitbuiten van zwarten alleen ingewikkelder om erover te praten – zo is de conclusie – maar dat maakt hun atletische prestaties niet minder geweldig.