Lake Victoria
Je mag dit gigantische meer eigenlijk niet missen als je door Uganda heen reist! Lake Victoria, ‘Lake Vic’ voor intimi, is één van de Great African Lakes en vernoemd naar Queen Victoria (zoals ongeveer alles in Afrika). Het is in 1858 ‘ontdekt’ door de Brit John Hanning Speke toen hij naarstig op zoek was naar The Source of the Nile (nu Jinja, in Oeganda). Met een luttele 69,484 km2 is Lake Victoria het grootste meer in Afrika, en het één-na-grootste meer ter wereld. Ondanks de grootte is het verrassend ondiep: slechts 81 meter op het diepste punt.
De Ssese eilanden
Als je het Victoriameer van boven bekijkt, kun je het duidelijk zien: een archipel van welgeteld 84 eilanden, scattered langs de Oegandese kustlijn. De Ssese-eilanden! Een aantal van deze eilanden is daadwerkelijk bewoond en kun je met behulp van de ferry en bezoekje brengen. Elke eiland heeft een andere grootte en vibe, waardoor er voor ieder wat wils is (maar: op elk eiland een waanzinnige zonsondergang!).
Bugala eiland is het grootste eiland van de archipel. Hier vind je Kalangala, de hoofdstad van de Ssese-eilanden, die bestaat uit een paar houten huisjes waar met verf ‘RESTAURANT’ op gekladderd staat, plus wat kleurige fruitkraampjes. Het eiland wordt daarom ook wel Kalangala-eiland genoemd en als je geen zin hebt om elke dag alleen maar op het strand te liggen en bruin te bakken maar ook wat te zien, is dit de place to be. Je komt hier makkelijk met de veerboot vanaf het vasteland, en dat dit een bijzonder eiland is zie je al zodra je voet aan wal zet. Witte stranden met hier en daar een verdwaalde ezel, en palmbomen en knalroze bloemen zover het oog rijkt. Helder, blauw water met houten vissersbootjes die aan de oevers kilo’s glibberige vis uit hun netten halen. De beste manier om dit eiland te verkennen is per motor. Bezoek de schattige dorpjes en eet een heerlijk Oegandees maaltje bereid op een cookstove. Neem een kijkje in een oude grot van traditionele medicijnmannen en wandel door een stukje jungle waar je vogels kunt spotten in alle kleuren van de regenboog.
Zoek je het wat meer afgelegen? Ga dan met een kokosnoot in je hand lekker relaxen in een luxe privé villa op Bulago eiland, of ga naar het back to nature Banda eiland. Banda-eiland is een bounty eiland in hart en nieren. Dit superkleine privé eilandje werd gekocht door King Dom, een Keniaans-Britse man en is in 1999 geopend voor bezoekers. Als je zin hebt om helemaal weg van de wereld te zijn, in de schaduw van de palmbomen eindelijk eens die dikke pil uit te lezen en in de avond bij een kampvuur op het strand een vers vissie naar binnen te werken, dan zit je hier op de goede plek. In dit backpackersparadijsje is namelijk niet heel veel meer te doen dan dat! Als je toch zin hebt om de benen te strekken, kun je je wagen aan een wandeling door het kleine stukje oerwoud – om vervolgens te dineren tijdens de zonsondergang, omringd door kaarsen. Romantisch, toch?
Entebbe
In Entebbe (wat in de lokale taal Luganda ‘stoel’ betekent, omdat in koloniale tijden vanuit Entebbe het land bestuurd werd) vind je de mooiste kustlijn van het vasteland van Oeganda. Entebbe ligt ongeveer een uur rijden van de hoofdstad Kampala vandaan. Het is groen, rustig, geordend, mooi en populair bij expats die genoeg hebben van Kampala’s hustle and bustle.
In het weekend rukken veel Kampalezen uit naar Entebbe om op het strand te liggen, uit te brakken, volleybal te spelen of een van de strandfeestjes te pakken. Onder het genot van een smeltend, plakkerig ijsje kun je wandelen door de waanzinnige botanische tuin. Als je door de indrukwekkende vegetatie richting het meer struint, kom je uit op een mooi, verstopt strandje met helderblauw water.